De parabel van de barmhartige Samaritaan verhaalt over de hulp aan een gewonde. Hijzelf betaalde de kosten voor de verzorging aan de herbergier. Hij had naastenliefde beoefend. Mooi, fijn. Maar wat als de weg nu heel onveilig is, als overvallen door rovers schering en inslag zijn. Wat als een bende de weg terroriseert? Is de beoefende naastenliefde door de Samaritaan dan wel voldoende? Is hulp bieden, dan niet eerder dweilen met de kraan open? Versta me niet verkeerd, het verhaal van de barmhartige Samaritaan roept ons op de naastenliefde te beoefenen, en te kijken naar onze medemens. Daar is niets mis mee, in tegendeel. Maar er is meer nodig. Naast onmiddellijke hulp, noodhulp in een crisissituatie is er dikwijls ook nood aan een structurele aanpak. De geboden hulp aan de gewonde is noodzakelijk, maar lang niet voldoende – als ik verder fantaseer. Het is ook aangewezen om de onveiligheid aan te pakken. En het schrikbewind van de bende teniet doen. Misschien moet er wel in een huisartsenwachtpost worden voorzien. Dat de Samaritaan dat niet alleen kan realiseren, lijkt me evident.
Lees er meer over in politieke liefde.