Moeder, waarom leven wij? Het moet een eeuwenoude vraag zijn. Een vraag die iedereen ooit wel eens stelt – daarom niet per se aan zijn/haar moeder uiteraard. Maar de vraag duikt altijd wel opnieuw op, omdat mensen telkens opnieuw hun weg moeten zoeken in hun leven, al dan niet in sterke verbondenheid met de maatschappij. Lode Zielens heeft zelfs een roman gewijd aan de vraag naar de zin van het leven. Moeder, waarom leven wij?. De roman herinner ik mij als zwaarmoedig en intriest, maar het thema was blijkbaar wel belangrijk genoeg. Hij won er zelfs in 1933 de driejaarlijkse staatsprijs voor verhalend proza mee.
Moeder, waarom leven wij? Het is een vraag die hoog opgeleide vrouwen zich vandaag ook stellen. In het dS Weekblad van zaterdag 24 september 2011 werd de thematiek van vrouwen aan de arbeid aangekaart. Of beter, vrouwen die net niet meer aan de arbeid willen.
e klinken haast opgelucht. Hoogopgeleide, intelligente vrouwen die het zonder enige vertwijfeling en hardop durven te zeggen: ‘Ik ben níét ambitieus.’ Een carrière? Alsjeblieft nee. Bijna een op de twee vrouwen bedankt er al voor. Niets boven de heerlijkheid van een ongedwongen bestaan.
Wel, wat mij betreft, hebben die vrouwen groot gelijk. Ik weet het wel, het risico is niet denkbeeldig dat mannen, en ook vrouwen, die vinden dat vrouwen aan de haard thuis horen, hieruit munt zullen slaan. “Zie je wel, dat we gelijk hebben, als zelfs de vrouwen zelf geen ambitie meer hebben, en niet geïnteresseerd zijn in een carrière.”
Je kan niet ontkennen dat de strijd om gelijke rechten voor de vrouw niet zonder slag of stoot werd gevoerd. Je kan die verworvenheden toch niet zo maar verloren laten gaan? Neen, absoluut niet, dat zou al te jammer zijn.
En toch. Toch hebben die vrouwen gelijk. Niet omdat ze niet meer willen werken. Wel omdat ze door hun keuze om geen carrière na te streven, de vraag naar het waarom van het leven beantwoorden. Niet geld en carrière zijn voor hen de zin van het leven. Wel het genieten, het zien opgroeien van kinderen, op een ongedwongen manier in het leven staan. Daar gaat het voor hen om.
Maar er is meer. Hun antwoord op de vraag naar de zin van hun leven, houdt ons een spiegel voor, en de maatschappij waarin we leven. Hoe willen we leven? Hoe willen we functioneren in onze prestatie gerichte samenleving. Draaien we mee in de mallemolen van presteren en prestige? Of verkiezen we extended quality time? Zijn we uit op carrière en aanzien als het summum? Of blijven deze laatste ondergeschikt aan gemeenschapsleven (familie, vrienden, buren, kennissen, …)? Leven we om af te zien, zoals één van mijn kotgenoten liet verstaan? Of willen we genieten van de kleine en grote dingen des levens.
Uiteindelijk moet iedereen het antwoord op de vraag waarom we leven voor zichzelf zoeken en geven/vinden. Ieder doet dit op zijn/haar manier, met zijn/haar talenten. Het m.i. echter belangrijk om niet te vergeten dat we allemaal mensen zijn met beperkingen, én capaciteiten. Laat ons dus niet vergeten respect te hebben voor onszelf én de ander. En laat ons vooral niet vergeten dat iedere mens de opdracht heeft zichzelf te worden, en dus meer mens te worden.
Moeder, waarom leven wij? Een eenvoudige vraag waarop het antwoord niet altijd eenvoudig is. Maar geen nood, iedere dag opnieuw kunnen we het antwoord concretiseren. En iedere dag opnieuw krijgen we de kans om een stapje te zetten, een leven lang.
Moeder, waarom leven wij? Niet om af te zien – hoewel dit soms onvermijdelijk is. Maar wel om te leven, elke dag opnieuw. Ik wens je een mooie leef-tijd.
Oorspronkelijk verschenen op 12 oktober 2011.
