Hé, het was bijna Kerstmis. Hoe verrassend. Zij had het niet zien aankomen. Ja, de dagen werden korter, het regende regelmatig – maar dat doet het in de zomer ook geregeld – de bladeren tuimelden over elkaar, opgejaagd door de winden. Bomen stonden naakt te wezen en kaal te wuiven. Velden lagen er verlaten bij, getekend door diepe tractorgroeven, ontdaan van hun eigen zelf. En toch, toch had ze het niet zien aankomen.
Je moet er over praten. Zwijg niet, vertel het aan iemand die je kunt vertrouwen. Het zal je deugd doen en je op weg houden. Het was de belofte van een fit hoofd. Maar wat moet ik vertellen? Waarover moet ik spreken? Mijn tijd is beperkt, ik heb het druk. Er komt zo veel op mij af. Ik moet het inpassen in mijn agenda, in mijn planning.
Ze voelde het aankomen, en toch weer niet. Ze was een harde werker, naar het schijnt, een doorzetter ook. Met het doel voor ogen, ging ze er voor, ook al kost het moeite. Zolang de focus maar duidelijk bleef. Maar de focus verdubbelde zich, werd verdrievoudigd, om zich uiteindelijk te vermenigvuldigen tot een prisma, een schakering van licht. Licht? Focus? Waar? Ze zag het niet meer. Haar ogen konden een te veel aan licht niet meer verdragen. Ze werd verblind, en dreigde te crashen. Alsof de avondzon haar het zicht ontnam. Net door een teveel aan licht, net door die uitbundige bundel stralen werd het landschap omgetoverd tot een verraderlijk terrein, met kuilen en steile hellingen. Ze waande zich in de loopgraven. Angst, schrik, ellende. Ze ploeterde voort, vooruit gestuwd door het geschreeuw. De modder zoog haar naar beneden. Maar ze ging door, vechtend, tegen beter weten in. Ze kon niet anders, het moest. Sterk! Sterk moet je zijn. Je krijgt immers niets voor niets. Vecht, ga door, tot het einde.
Hé, het was bijna Kerstmis. Hoe tegenstrijdig. Ze voelde de vrede niet. De hoop op beter leek vervlogen. Verlossing was niet nabij, hoezeer het haar ook werd voorspeld. Het einde kondigde zich aan, bitter. Is dit leven?
Het werd kerstdag. Badend in het zweet werd ze wakker. De realiteit was haar dromen binnen geslopen. Ook hier was ze niet meer veilig. De rust van de slaap, de vrede van het loslaten, het was haar niet gegund. De nacht had een merrie gebracht. Het licht was opgebrand.
Oorspronkelijk verschenen op 26 december 2014.
