Ja, jongen, de herfst. Voorbode van de winter. De oude dag komt niet alleen, dat weet ik nu wel zeker. Alle leven deemstert weg, langzaam maar zeker. Ook in mij. Maar ik ben al zo ver geraakt. Dat kan jij nog niet zeggen. Het valt af te wachten.
Wablieft? Ik versta het niet zo goed, ben een beetje doof geworden. Slijtage, hé.
Hoe ik zo ver geraakt ben? Da’s heel eenvoudig, door te leven. Leven houdt je op de been. Leven met een grote L. Leven in al zijn facetten. Leven, Liefde, …en verwondering. Ja, ja. Verwondering.
Kun jij verwonderd zijn? Verrast mijn vraag jou?
Verwondering. Het wonder zien, voelen, tasten, beleven. Het wonder.
Er zijn zo veel wonderen. Neen, niet die spectaculaire gebeurtenissen. Die noem ik geen wonderen. Maar het gewone, en dus ongewone wonder. Het wonder van de liefde, je oma die mij graag zag. Neen, zo evident was dat niet. Ik heb ook wel een aantal onhebbelijkheden.
Het wonder van de geboorte van je vader. Ja, van je moeder ook natuurlijk, maar daar was ik uiteraard niet bij.
Verwondering, jongen, dat brengt je naar de essentie.
Kun jij nog verwonderd zijn? Ach ja, ik heb het je daarstraks al gevraagd. Sorry, jongen.
Weet je, verwondering brengt creativiteit naar boven. Verwondering doet creëren. Geloof je me niet? Je moet me niet geloven, hoor, maar toch is zo. Ik heb die verwondering geleerd van mijn vader. Je weet dat mijn ouders, jouw overgrootouders dus, landbouwers waren. Heel veel in de weer. Veel werk, zeker en vast. En afhankelijk van de natuur, het weer, de dieren, noem maar op. Maar weet je, ondanks al die drukte, was er tijd om te kijken. Te kijken naar de natuurverschijnselen. De roze lucht ’s avonds voorspelde veel wind. Een maan met nevel er om heen voorspelde meestal regen. En zo waren er nog wel een aantal.
Door te kijken, kan je veel leren. Stelen met je ogen, noemde mijn vader dat. Doen de jongeren dat nog wel? Kijken, observeren, waarnemen? Want tegenwoordig, met al die computers en die virtuele werelden. Je kunt veel mooie dingen zien. En daar verwonderd over zijn.
Toen ik studeerde, in mijn jonge tijd, keek ik naar mensen, keek ik naar de natuur. Seizoenen kwamen en gingen. Ze inspireerden me. En ik schreef. Gedichten, teksten. Om het moment van verwondering vast te leggen. Hier, mijn schrijfsels. Je moet ze maar een lezen. Neen, het zijn geen gedichten om te publiceren. Zo goed was ik nu ook weer niet. Maar toch, hier en daar geven ze wel weer waar ik mee bezig was. Of ze vertelden hoe ik me voelde. Of ze orgineel zijn? Och, wat is origineel. Veel is al honderden keren verteld. En het wordt telkens opnieuw verteld. Blijkbaar is dat nodig. Hier, ik heb er eentje over originaliteit. Luister maar.
Origineel
bestaat niet meer
Ik zoek me te pletter
Elke keer weer
Echter
Ze zijn me voor
Die duizenden songs
Die honderden gedichten
Schrijf jij veel? Ja?
Veel schrijven is goed. Maar je moet nog meer schrappen.
De essentie, jongen, de essentie. En verwondering. Schrijven kan je helpen om gevoelens te verwoorden, om ervaringen te verwerken en vast te leggen. Schrijven creëert de mogelijkheid om het onzegbare toch te zeggen. Maar muziek kan dat nog veel meer.
Muziek dat was mijn leven, mijn ontspanning, mijn uitlaatklep. Eigenlijk jammer dat ik zo laat begonnen ben met piano. Ik was al 39. Maar ik ging graag naar de academie. Neen, niet voor de examens. Dat was wel eventjes stressen. Maar goed, het hoort er bij. Ik heb het ook overleefd. Zo onoverkomelijk zijn die examens nu ook weer niet. Neen, ik ging graag naar de academie om doordrongen te worden van muziek, om de doorheen de structuur, het ritme, de kleur van een muziekstuk heen te kunnen kijken. Op die manier kwam de compositie helemaal tot haar recht.
Zing jij in een koor? Neen? Ah, je kunt niet zo goed zingen. Da ’s jammer, heel jammer. In een koor zingen is eigenlijk een belevenis. De precisie van de juiste toon, de gelijke inzet van de koorleden, de verschillende stemmen verweven tot één geheel. Echt, om van te genieten. En zelfs ontroerd te worden. Soms kreeg ik er koude rillingen van. Muziek, da’s toch een wonder. Wat je allemaal niet kunt doen met zeven basisnoten. Welke composities zijn er niet ontstaan? Ontelbare creaties. De top 30? Neen, daar luister ik niet naar. Veel lawaai, weinig inhoud. Te schreeuwerig. Je wordt er doof van. Ja, ja, ik ben een beetje doof, maar ’t is de slijtage, niet door de muziek.
Oei, is het al zo laat. Ik denk dat je beter maar meteen naar huis gaat. Anders worden je ouders ongerust. En dat wil ik niet op mijn geweten hebben.
Oorspronkelijk verschenen op 29 juni 2012.
