geschiedenis

Het heden bestaat niet, maar is alleen mechanisme dat de toekomst, die virtueel is, omzet in verleden (1).

De geschiedenis herhaalt zich, ook al is ze nooit dezelfde. Er is evolutie, mensen bouwen voort op wat de voorvaderen en voormoederen hebben ontdekt en ontwikkeld. Het geïnformatiseerde landschap van vandaag zou er nooit gekomen zijn, zonder de uitvinding van de elektriciteit. En toch herhaalt de geschiedenis zich steeds. Toch maken mensen steeds weer opnieuw dezelfde fouten. Toch gaat de slinger altijd van het ene uiterste naar het andere. De mens lijkt het nooit te leren. Is hij hardhorend? Eigenzinnig? Heeft hij een broertje dood aan de wijsheid van anderen? Kennen mensen te weinig hun eigen geschiedenis en die van een ander? Zou geschiedenis niet beter een hoofdvak zijn i.p.v. een vak van een of twee lesuren in het (middelbaar) onderwijs? Vragen die ik mij stel. Antwoorden hierop durf ik alsnog niet, alhoewel de vraag misschien ook het wel het antwoord is.

Geschiedenis is een boeiend gegeven. Niet zozeer de feiten op zich, hoewel die natuurlijk belangrijk zijn. Feiten heb je nodig, feiten moet je kunnen plaatsen in het tijdsverloop. Feiten zijn een kapstok. Maar feiten zijn slechts een deel van het geheel. Feiten alleen vertellen weinig over de sfeer, de maatschappelijke context, en zo meer. Geschiedenis is meer dan feiten. Geschiedenis moet tot leven komen. Je moet je als het ware met de teletijdmachine van professor Barabbas kunnen verplaatsen naar de tijd van toen, net zoals Suske en Wiske doen.

Ik zie hen nog voor me, twee professoren geschiedenis. Twee tegenpolen. Bij de ene was het eenvoudig, maar praktisch ondoenbaar. Jaartallen, jaartallen en nog eens jaartallen, gecombineerd met namen en feiten. Neen, die cursus studeren was geen sinecure. Veel is er me dan ook niet bijgebleven, van die geschiedenis als feitenmateriaal. Les volgen bij die andere professor was een zaligheid. Ik waande me zelf een burger van het Romeinse Rijk. Ik ging mee naar de gevangenis om Paulus te bezoeken. Feiten, gekoppeld aan verhalen, aan maatschappelijke ontwikkelingen. Feiten doortrokken van de veronderstelde sfeer uit die tijd. Geschiedenis als “er was eens…”.

Geschiedenis heeft te maken met overtuigingen, gedachtenstromen, tegenstellingen, evoluties.

Afgelopen jaar las ik in het kader van politieke en sociale geschiedenis het boek Zorg en de staat van Abram de Swaan. Ook daar lag de nadruk op overtuigingen, gedachtenstromen, tegenstellingen en evoluties, eerder dan op feiten. Een grote verdienste van het boek. Dat de Belgische context nauwelijks of niet aan bod kwam in het werk, zou bij de Vlaamse, Waalse of Brusselse lezer afkeer kunnen wekken. Maar als dit zo zou zijn, is dit onterecht. Het boek zette mij er immers toe aan om op zoek te gaan naar gelijkaardige of tegengestelde processen in de Belgische geschiedenis. De inzichten van de Swaan waren een startsein om onze eigen geschiedenis te verkennen, om zelfs mijn eigen geschiedenis te verkennen en te linken met de grotere geschiedenis. Juist dat maakt geschiedenis zo boeiend. Het feitenmateriaal kwam op die manier tot leven, en verwerd tot eigen geschiedenis. Het werd voelbaar. Het werd tastbaar. Mijn eigen geschiedenis kreeg op die manier ook een plaats in het geheel. Wie zich verdiept in de ruimere context waarin hij/zij is opgegroeid, ontdekt misschien wel meer elementen die hem/haar gevormd hebben, dan dat hij/zij op het eerste gezicht zou denken.
Maar niet alleen het verleden, ook het heden wordt duidelijker door geschiedenis. Door te grasduinen in historische gegevens en feiten wordt dikwijls duidelijk hoe iets is (kunnen) ontstaan, evolueren en zijn zoals het er nu is. Het heden is dus niet los te koppelen van het verleden. Tabula rasa bestaat in deze niet. Het is immers altijd een verwerpen van een bepaald verleden. Maar misschien is het wel de oorzaak van de vermelde slingerbeweging.

Geschiedenis, verleden. Durf er naar te kijken, maar staar je er niet blind op. Leer ervan, maar verword niet tot een fossiel. Door in het heden naar het verleden te kijken, ontstaat de mogelijkheid om naar de toekomst te kijken. En het aardige van de toekomst is, dat ze vandaag begint, aldus Marie-Louise von Franz (2).

Oorspronkelijk verschenen op 30 juni 2011.

(1) Mark Eyskens in een interview in Tertio, 16-08-2006
(2) Marie-Louise von Franz was een psychologe, die jarenlang met Carl Jung samenwerkte