Enkele gedachten bij Matteüs 6, 1-18, uitgesproken in het bronmoment van zaterdag 28 januari 2023.
Verborgen, het lijkt wel het sleutelwoord tot het Rijk Gods. God is in het verborgene, God ziet in het verborgene. En uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u belonen. In het stukje tekst dat we hebben gehoord komt het verborgene zesmaal voor. Nochtans hebben we twee weken geleden gehoord dat ons licht moet schijnen voor de mensen zodat zij onze goede daden kunnen zien. We moeten zout en licht zijn voor de wereld. De lamp die we aansteken, mogen we niet onder de korenmaat zetten, maar moeten we op een standaard zetten zodat hij licht geeft voor ieder in het huis. En dan horen we nu dat het allemaal in het verborgene moet gebeuren en dat we ons moeten terug trekken in ons huis. Wat wil Matteüs ons nu duidelijk maken? Is het verborgen? Of is het zichtbaar voor iedereen?
Ik heb vorige week al een ruwe schets gegeven van de context waarin Matteüs zijn evangelie schreef. De keizer is meer dan een president van een staat. De Romeinse keizer vertegenwoordigt God, of beter, is God. Eer bewijzen aan de Romeinse keizer is essentieel. Als inwoner van het Romeinse rijk, zij het als burger, zoals Paulus, of als slaaf, het maakt niet uit. Eer bewijzen aan de keizer is het minste wat je kan doen. En uiteraard moet dit openbaar zijn. Slechts op die manier kan het zonneklaar zijn dat ook jij de keizer als god erkent.
Het mag duidelijk zijn dat Joden en christenen – de volgelingen van de Weg, zij die geloven dat met Jezus Christus de tijden voltooid worden – geen hoge dunk hadden van de keizer. De keizer mag dan wel de opperste heerser zijn van het Romeinse rijk, goddelijk is hij allerminst. Geen mens kan God zijn, ook de keizer niet. Toch denken de sadduceeën dat ze de keizer moeten bewieroken. Het is volgens hen de enige manier om te overleven. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Matteüs is daar niet mee akkoord. De sadduceeën hebben het niet begrepen. Opzichtigheid is helemaal uit den boze. Geldt dit ook in onze tijd?
Hoe zou Jezus reageren, als hij hier en nu zou leven? Altijd een gevaarlijk vraag, maar toch. Ik vermoed dat hij van leer zou trekken tegen de opzichtige ik-cultuur van de sociale media, zonder daarom de sociale media te verbannen, want die zijn noch goed, noch slecht. Het is wat je ermee doet, of ertoe gedwongen wordt door de algoritmes, dat bepaalt of die media slecht of goed zijn. Maar het moge ook duidelijk zijn dat in onze individualistisch ingestelde maatschappij, sociale media veelal gebruikt worden om zichzelf in de kijker te plaatsen en te benadrukken wat je allemaal denkt en doet. Leve het extraverte individu. Zie eens wat ik allemaal heb gerealiseerd. Aan jullie om er een puntje aan te zuigen.
En niet alleen op sociale media, maar ook om er “te geraken” moet je jezelf bewijzen. Van lang tot kort geschoold. Leerkrachten moeten bewijzen dat ze goed bezig zijn. Zorg ervoor dat alle formaliteiten in orde zijn. Ook in de verpleegkunde en de zorg. Alle formulieren moeten correct zijn ingevuld, en alle vinkjes gezet. Pas dan krijg je een positieve evaluatie. Of dit ten goede komt aan de leerling of aan de patiënt is van ondergeschikt belang. Alles voor de procedures. Alles om, als organisatie, het certificaat te behalen. Rationalisatie en efficiëntie, grotere structuren. Ik hoorde het gisteren nog in het onderwijsdebat. Maar wat is de plaats van de mens in dit verhaal? Wil je zelf een rol van betekenis spelen, dan moet je een supervrouw of superman zijn, vooral extravert en ambitieus. Je moet daadkracht uitstralen, anders kom je er niet. Zelfs voor mensen in een maatwerkbedrijf, de vroegere beschutte werkplaats, ligt de lat hoger dan tien jaar geleden. Onze kapitalistische, neoliberale samenleving met winstmaximalisatie als drijfveer is op dat vlak echt wel veeleisend. Het is ook niet verwonderlijk dat zoveel mensen opgebrand raken.
Hm, denkt Matteüs, niet met mij. Ik heb de boodschap van Jezus nog eens goed beluisterd. En die vertelt me toch iets anders. De verheerlijkingscultus, laat die maar achterwege. Die brengt geen zoden aan de dijk. Je moet het goede niet doen om er mee te kunnen pronken. Doe het gewoon, wat je moet doen. Doe gewoon wat je geweten je ingeeft. Zorg voor elkaar, zorg voor mensen. Loop er niet mee te koop. Stoefers zijn er genoeg. Maar doe, wat je moet doen, zonder er ruchtbaarheid aan te geven. God ziet wel wat je doet, Hij ziet in het verborgene. Doe niet aan aankondigingspolitiek. Als je het gerealiseerd hebt, zal het wel aan de oppervlakte komen. Gods naam wordt wel zichtbaar in jou. Maak je daarover geen zorgen. Onze politici zouden hiervan nog wat kunnen opsteken.
Zijn het geloof en de geloofsbeleving dan louter een privézaak? Liberale denkers en politici willen ons dat toch doen geloven. Met een beetje slechte wil kan je de passage over handelen in het verborgene gebruiken en misbruiken om het privaat karakter van godsdienst te benadrukken en te beargumenteren. Maar is dat terecht? Zeker, de tijd van het heilig rijke Roomse leven is al even verleden tijd. De alomtegenwoordige macht van het instituut Kerk, niet alleen materieel, maar zeker ook spiritueel is voorbij. En misschien is dat nog niet zo slecht. De minderheidspositie van de kerk kan een opportuniteit zijn om terug te keren naar de essentie van de boodschap van Jezus van Nazareth. Het christendom hoeft in het westen niet te verdwijnen, ook al neemt het in de samenleving geen centrale plaats meer in, aldus kardinaal De Kesel in zijn boek Geloof en godsdienst in een seculiere wereld. Het christendom kan zijn zending ook volbrengen in een niet christelijke wereld, vervolgt hij nog. Het zout en de gist, zoiets?
En wat met barmhartigheid – de Naardense Bijbels vertaalt het Griekse elèmosúnè (aalmoes) als daden van ontferming. Je moet niet nalaten om ze te doen, maar geef er geen ruchtbaarheid aan, is het devies. Zijn grote evenementen zoals De Warmste Week dan uit den boze? Niet per definitie. Maar het wordt m.i. wel bedenkelijk als politici op zo ’n moment aan liefdadigheid doen met belastinggeld. Het is aan hen om te werken aan structurele oplossingen, niet om voor de ogen van het volk, de kiezers, een grote aalmoes in de vorm van een cheque te komen afgeven.
En wat met bidden? Een vloed van woorden is in ieder geval niet nodig. Stamelen is voor God geen probleem. Zeg gewoon wat je hart je ingeeft. En als je niet goed weet hoe je moet bidden, wel dan kan je bidden als volgt. Begin met Onze Vader, en sta stil bij wat jijzelf en je medemensen nodig hebben. Gods Rijk vertaalt zich in een genoeg voor vandaag, in elkaar vergeven en wegblijven van verleidingen die naar de ondergang leiden.
En toch, het is allemaal niet zo simpel. Het is misschien gemakkelijk gezegd, maar het doen is toch een ander paar mouwen. Ook Matteüs was zich daarvan bewust. Na het Onze Vader komt Matteüs nog eens terug op het vergeven. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Matteüs begrip heeft voor de medegelovigen die eer hebben bewezen aan de keizer. Vergeven doe je niet één keer, maar tot zeventigmaal zevenmaal zal je vergeven, schrijft hij verderop in zijn evangelie.
Stel je voor, je hebt een inkomen, je hebt een plaats verworven in de samenleving. Maar je gelooft ook dat Jezus de Messias is. Wat ga je doen? Je principes boven alles stellen, en je positie opgeven? Wetende dat de wederkomst van de Heer toch niet voor binnenkort is, zoals oorspronkelijk wel verwacht werd? Of ga je trachten een middenweg te zoeken? Het is niet altijd rechttoe, rechtaan. Het is niet altijd zo eenduidig. Jij, die scherp bent voor je medegelovige, bega je zelf geen misstappen, lijkt Matteüs te vragen. De balk en de splinter, weet je wel. De hemelse Vader, die in het verborgene ziet, zal de misstap vergeven. Beste medegelovigen, aldus Matteüs, jullie moeten ook vergevingsgezind zijn. Principes zijn er om na te volgen, de boodschap van het evangelie is een radicale boodschap. Maar hou ook rekening met de realiteit. Niet iedereen staat te springen om het gevecht met de overheid aan te gaan. Niet iedereen heeft de kracht om in te gaan tegen de verwachtingen en de wetten van die overheid. Burgerlijke ongehoorzaamheid is niet zo simpel. De mist van het mysterie is het mooiste in het dal. De kern is onbereikbaar en toch is ze overal. We zwerven tot we thuis zijn, we zwerven langs de lichtjes in de mist, hoorden we vorige week. Vandaag horen we dat het de dingen zijn die we doen, de dingen die niemand ziet, dat het juist díe dingen zijn, die zeggen wie we zijn. En dan kunnen we, zoals het stukje muziek uit de film Father Damian is getiteld, met pater Damiaan zeggen “Ik kom zoals ik ben”.
