Raak me (niet) aan. Overweging bij Marcus 1, 40-45 en 8, 22-26, vanuit de invalshoek van aanraking.
Wie is mijn moeder? Wie zijn mijn broers? Overweging bij Marcus 3, 20-35.
Raak me (niet) aan. Overweging bij Marcus 1, 40-45 en 8, 22-26, vanuit de invalshoek van aanraking.
Wie is mijn moeder? Wie zijn mijn broers? Overweging bij Marcus 3, 20-35.