Veel zullen de halfbroers waarschijnlijk niet aan elkaar hebben gehad. Ismaël is veertien jaar ouder dan Isaak. Hun wegen scheidden al vrij vlug, door toedoen van hun ouders. Hun moeders konden het niet met elkaar vinden. Pas bij het overlijden van hun gemeenschappelijke vader zien Ismaël en Isaak elkaar terug. Niets wijst er echter op dat er tussen de broers op dat moment nog enige wrok of vijandschap was. Maar vrienden zijn ze waarschijnlijk ook niet meer geworden. Daarvoor was er in hun jonge jaren te veel gebeurd. Het verleden wis je ook niet zo maar weg. De wonden, aangebracht door hun ouders, hadden grote, misschien te grote littekens achtergelaten.
Het conflict blijft onopgelost. Wat zijn de consequenties hiervan? Hoe gaan de nakomelingen van Sarah en Hagar hiermee om? Hoe gaan wij om met een familieconflict uit het verleden? Houden we dit conflict levend? Of is het leven en laten leven, zonder verder contact? Of zijn er gebeurtenissen die toenadering mogelijk maken?
Ontdek meer van samenspraak
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
